Mijn naam is Jan Mepschen wonende te stieltjeskanaal in Drenthe. Plusminus 55jaar geleden, als jongetje van 6 jaar begon ik al interesse te krijgen in duiven. Overal waar ik maar een duif zag vliegen bleef ik staan kijken waar die naar toevloog. Maar het ging niet zo makkelijk om mijn ouders zo ver te krijgen een paarduiven aan te schaffen. Hoe weet ik niet meer, maar toch lukte me het dat mijn vader een duiventil aan de schuur maakte en ik een paar pauwstaarten kreeg nog wel van de toen nog bekende kleermaker Snieder Braam. Maar lang heb ik van deze duiven geen plezier gehad want op een gegeven moment waren ze verdwenen. Maar ik direct weer naar de kleermaker dat mijn duiven weg waren. Hij vloog toen al met postduiven en zei dan krijg je een paar jonge postduiven die raak je niet zo gauw weer kwijt. Kreeg veel tekst en uitleg hoe ik ze moest uitwennen. Zo gezegd zo gedaan, en op een gegeven moment vlogen er een paar postduiven om het huis,prachtig. Tot op een gegeven moment op een morgen mijn vader bij mij kwam en zei de duiven zijn er niet meer. Ik direct naar buiten maar zag ook geen duiven en zo heb ik de hele dag buiten staan te turen met heel veel verdriet. Maar plots tegen de avond zaten de duiven weer op de til. Hoe blij ik was kon je niet voorstellen maar dat zijn postduiven die er op los trekken. Op een gegeven moment kwam er een einde aan deze postduiven want mijn vader kocht een boerderij in Stieltjeskanaal en dat was in het jaartal 1960 dus verhuizen. Al gauw kwam daar ook het duivenbloed weer boven drijven. Maar vooral mijn moeder was er op tegen dat ik weer duiven nam.Maar toch op een gegeven moment nam ik stiekem een paar kroppers mee naar huis geen ras maar asbakken ras zo als dat toen werd genoemd. De duiven kwamen terecht tussen de kippen in het kippenhok zodat ik geen voer hoefde te kopen en dat was tegen de wil van mijn moeder want de kippen leverden iets op en die duivenkosten alleen maar geld. En in die tijd moest je wel zuinig zijn als je als jong gezin en net een nieuwe boerderij hebt gekocht. Dus die duiven was maar niets, maar er kwamen wel steeds meer deels door de fok en deels door aanvliegers. En zo kreeg je een mengelmoes aan duiven rond het huis vliegen want ze zaten overal te broeden tot boven in de schuren. Maar het ging niet om de standaard zoals nu maar om de kleuren dat vond je als jongetje van een jaar of 11 mooi. Iets om toch te melden is dat we ooit een witte kropper hadden die werd gebruikt op twee plaatsen. Een buurjongen ongeveer 300 m van ons vandaan vond deze doffer zo mooi dat hij vroeg of hij deze duif lenen mocht en daar stemde ik in toe. Wat gebeurd er op een gegeven moment dat we de duif niet meer hoefden uit te wisselen want dat deed deze duif zelf wel. De ene keer was hij bij ons te broeden maar het kon ook zo wezen als ik bij de buur jongen kwam dat daar de duif zat te broeden. En zo heb ik me tot1970 vermaakt met deze hobby. Maar vond toch dat het wat professioneler moest en ging over in houden van postduiven. Na een tip van een vriend dat zijn schoonvader postduiven heeft en er mee wil stoppen. Ben ik daar na toe gegaan en kreeg 4koppels mee. Maar wel duiven maar geen goed hok dus eerst in een oud kippenhok. Daar heb ik gauw met wat oud gaas wat om het huis slingerde een ren gemaakt. Dus ik kon beginnen met het fokken van jonge postduiven. Maar nog geen week dat de duiven aanwezig waren had ik de politie al achter het huis staan met de toen bekende duiven melker Jan Kruk uit Coevorden. Wat bleek dat heel veel van zijn goede duiven waren gestolen en vroegen mij of ze wel even een kijkje mochten doen bij mijn duiven. Ze waren getipt maar wilden niet zeggen door wie maar dat maakte me ook niet zoveel uit want ik had de eigendomsbewijzen van deze duiven dus ga maar kijken. Hij heeft de duiven bekeken en zij toen tegen mij als je goed wilt vliegen moet je betere aanschaffen. Dat deze duiven weer opgeruimd moest worden hoefde ik zelf niet te doen. Want een paar dagen later lagen ze op een morgen allemaal dood in het hok met de koppen er af vermoedelijk een bunzing. De keuze was trouwens toen gauw gedaan eerst een goed hok en dan duiven. Maar het mocht eigenlijk ook nog niet zoveel kosten want had nog niet zoveel geld. Dus in de krant bij de advertenties kijken waar ik wat goedkoop hout op de kop kon tikken en dat lukte. Ben aan het timmeren gegaan en in de herfst was het hok klaar. Op zoek naar duiven om in 1971 te kunnen fokken en te vliegen met jonge duiven. Op een gegeven moment begonnen de vluchten voor jonge duiven maar er moest nog wel een klok aangeschaft worden en daar hing nogal een prijskaartje aan. Wat toeval al niet kan doen een verzekeringsagent die regel matig bij ons aan de deur kwam had ook postduiven maar vloog niet meer maar ik mocht zijn klok wel lenen. Ik vloog met wisselende uitslagen maar had er veel plezier in. En zo ging dat door tot 1974. We hadden een ander huis gekocht wel in het Stieltjeskanaal en ging trouwen met Johanna. Maar de duiven moesten nog wel weer overgewend worden wat toch wel aardig lukte en in 1975 direct weer met oude duiven aan wedvluchten meegedaan. Heb op deze hokken 5 jaar gevlogen tot 1980, toen onze eerste dochter werd geboren. Doordat Johanna gestopt was met werken en wij een kind hadden werd het toch wel duur om met postduiven verder te gaan. We hadden op dat moment nog maar een inkomen en dat moest aan het gezin besteed worden. Ook ben ik toen gestopt met voetballen. Ik kreeg een nieuwe passie en dat werd vissen ook een leuke sport. In 1982 werd onze tweede dochter geboren, en 1988 volgde onze zoon Martijn. Inmiddels werkte ik bij een Welkoop winkel in Schoonebeek. Zo kwam ik daar in contact met Bert Mekkes lid van de sportfokkers en secretaris. Hij vroeg of de vereniging wel een poster mocht op hangen voor de tentoonstelling. En zo kwam ik in gesprek met Bert hoe dat allemaal werkte. Kreeg ook weer trek om dieren te houden. Dat alles besproken te hebben met mijn vrouw en lid heb laten maken bij de sportfokkers in Schoonebeek moesten er dieren aangeschaft worden. Het werden geen duiven maar kippen australorp zwart kriel. Heb daarmee best goede resultaten mee gehaald gedurende een jaar of 6. Maar ja, het duiven bloed dat ik had kwam toch weer boven drijven en de kippen moesten weer plaats maken voor duiven en dat zal omstreeks 1995 zijn geweest. En de keuze werd heel gauw gemaakt. Het moesten oud Hollandse meeuwen worden en mijn voorkeur ging uit van rood en roodzilver. Om aan goede duiven te komen ben ik lid geworden van de speciaalclub. Wel had ik redelijk goede duiven maar het fokken viel mij niet mee. Vooral het voeren van de jongen ging niet van een leien dakje. En dan vooral als de doffer met een dag of tien weer ging drijven werden de jongen zo in de steek gelaten. Vind het heelbelangrijk dat de duiven hun eigen jongen moeten groot brengen, en dat ging heel moeizaam. Werd na een jaar of 3 ook nog eens geconfronteerd met paratyphus. Een ramp is dit. Het heeft honderden guldens gekost om dit te overwinnen. En echt is dat niet gelukt. Dus alle meeuwen wat er nog was weggedaan. Dus op tentoonstellingen kijken wat er bij mij past, en ook duiven aanschaffen die hun jongen zelf goed kunnen groot brengen. En mijn oog viel op Duitse Modena’s in het zwart. In het jaartal 2000 werd ik door een vriend getipt dat de Heer Juffer plotseling was overleden en dat zijn vrouw alle duiven wilde weg doen. Heb contact met deze vrouw gezocht wat nogal moeilijk voor mij omdat ik deze familie niet kende. Ze zei dat haar schoonzoon over de duiven ging en dat ik daar maar contact mee moest opnemen. Zo gezegd zo gedaan en kreeg 4 koppels mee met wat jongen die in de schalenlagen. Heb dit bloed nog steeds in mijn stam zitten en ben tevreden met de resultaten. Heb er steeds ook nog een vlieg ras bijgehouden, eerst Birminghamrollers. Vond ik op het hok een mooie duif maar de vliegkunsten vond ik minder leuk. Zeker toen een duif met het rollen op de grond viel naast de waslijn waar Johanna stond de was op te hangen. Ze kwam bij mij en zij er valt een duif op de grond en vliegt daarna weer weg. Ik heb het haar niet gezegd hoe dat komt want ik wist dat ze dat maar niks vond. Dus deze duiven moesten maar weer weg. Ook omdat door de rol de valken er op in stormen. Daarna over gestapt op de Boedapester Hoogvlieger,fraaie duif en levendig. Heb ze een jaar of 5 gehad met plezier maar ook met verdriet. Het is een prachtige vliegduif maar ben tot twee keer toe mijn hele collectieduiven kwijt geraakt door slecht weer onder andere mist. Na de tweede keer was ik er zo flauw van dat ik de twee kweek koppels ook heb weg gedaan. Wat me wel opviel bij deze duif dat er na een paar maanden nog enkele terug keerden. Zo had ik alleen de Modena’s nog. Maar naast de T.T. duif moet er bij mij toch een duif om het huis vliegen. Wel vaak op tentoonstellingen gekeken maar kon moeilijk een keuze maken. Ooit had ik het er met Bert Mekkes over dat ik de Groninger-Slenk maar niets vond, te veel sidderen en dat achter over leunend vond ik maar niets. Tot dat een jaar of 3 geleden op een tentoonstelling enkele Gelderse-Slenken aanwezig waren. Dat vond ik wel een mooie duif, dus aanschaffen die duiven. Op de voorjaarsbeurs2009 in houten heb ik twee koppels gekocht om te fokken en dan te vliegen. De twee koppels kweekten wel goed maar met de jongen die ik losliet verliep het mindergoed. Had nogal last van sperwers en soms een havik. Wilde toch al mijn duiven niet verliezen en heb ze toen maar weer vast gehouden. Om toch nog wat kweekkoppels over te houden voor 2011 en dan weer een nieuwe poging te wagen. Ook nu toch weer het zelfde verhaal. Afgelopen jaar 01-11-2011 ben ik gestopt met werken dus we gaan vol goede moed een derde poging wagen maar wel iets anders doen. Ik gade duiven laat op de middag los doen en blijf dan in de buurt. Hopelijk krijg ik het zo beter voor elkaar en dat ik de roofvogels zo op afstand kan houden. Jullie horen nog van mij hoe dit afloopt. Doordat ik nog al wat aan promotie deed in de Zuid OostHoek van Drenthe met de Gelderse slenken vond ik toch ook wel dat je aangesloten moest zijn bij de speciaalclub. In januari op de Noord Show kwam ik in contact met Pieter Jansma. Ten eerste vroeg ik hem of hij nog goede slenken over had want de mijne blazen volgens mij te veel. Helaas had Pieter geen duiven over want de vraag is groter dan het aanbod. Wel heb ik een paar dagen later me ingeschreven als lid bijd e GGSC. En zo kon ik ook bij de voorjaarsvergadering van de slenken club aanwezig zijn. Je leert er wat, maar hoort nog veel meer maar denk toch dat ik er wel wat mee kan en daar gaat het om. Wat me wel opviel bij het rondje voorstellen was dat de een van de Groninger slenk hield en een ander voor de Gelderse ging. Toch waren er liefhebbers die voor beide rassen kozen. Maakt ook niet uit waar je voor kiest als er maar liefhebbers blijven die zorgen dat beide rassen in stand blijven. Wat de standaard betreft denk ik dat er nogal wat te verbeteren valt en dan volgens mij vooral bij de Gelderse. En denk dat de Groninger hier verder in is. Maar het vliegen is toch wel heel belangrijk om dat goed in stand te houden, vooral dat er nogal wat postduiven liefhebbers stoppen met vliegen en toch een goede vlieg duif om huis willen zien vliegen. Dus voor de club liggen hier nogal wat kansen. Dus vooral verdergaan met promotie. Zo wens ik de club maar ook iedere fokker heel veel slenkenplezier en een goede fok. Nog even dit, waar mijn duiven bloed vandaan komt is mij een raadsel noch mijn vader als moeder en zussen, broer hebben niets met duiven. Ook mijn kinderen zijn niet geïnteresseerd in duiven, misschien de kleinkinderen. Wat ik nu wel weet is dat ik het duiven bloed nooit meer kwijtraak.
Groeten Jan Mepschen. (geschreven 2012)